Hoogleraar woningmarkt Peter Boelhouwer van de Technische Universiteit Delft
(TU) twijfelt er niet meer aan. "2010 Wordt het jaar van de doorbraak."
Want bijna alle politieke partijen hebben inmiddels hun visie op papier gezet
of werken hieraan. Zelfs het CDA, de felste verdediger van de populaire
fiscale regeling. De Christen-democraten hebben onder druk van de eigen
jongerenafdeling een commissie aan het werk gezet.
Verstorend effect
Nog maar weinig mensen twijfelen over het verstorende effect van de bij
woningeigenaren populaire fiscale regeling. De hypotheekrenteaftrek zorgt
voor een kunstmatige stijging van de woningprijzen. De negatieve invloed van
het fiscaal voordeel wordt versterkt door het beleid op de huurmarkt, waar
de huren al jaren met niet meer dan de inflatie verhoogd mogen worden. Het
resultaat: een volstrekt vastgelopen woningmarkt.
De huidige economische crisis heeft de politiek, die de problemen al jarenlang
voor zich uitschuift, de pin op de neus gezet. Wil het begrotingstekort geen
onbeheersbare omvang aannemen, dan moet er bezuinigd worden. En dus heeft
het kabinet twintig ambtelijke werkgroepen gevraagd om de haalbaarheid van
iedere mogelijke maatregel te onderzoeken. En de hypotheekrenteaftrek, die
de schatkist jaarlijks zo’n 11 miljard euro kost, is een van de maatregelen
waar het meest bij te winnen valt.
De ambtenaren die nu studeren op dit moeizame dossier hebben grofweg drie
opties: afschaffing van de hypotheekrenteaftrek, aanpassing van het huidige
stelsel of een integrale aanpak van de koop- en huurmarkt.
Methode Big Bang
De grootste en snelste bezuiniging kan worden gerealiseerd door de
hypotheekrenteaftrek in een betrekkelijke korte tijd af te schaffen. Maar
dat is volgens Boelhouwer niet verstandig. Vooral niet in een tijd waarin de
economie stagneert, zoals momenteel het geval is. "In Zweden en
Denemarken ging de woningmarkt volledig onderuit toen daar tijdens een
recessie de hypotheekrenteaftrek werd afgeschaft."
Nadat de Zweedse regering in 1991 de aftrek drastisch beperkte daalde de
huizenprijs in vier jaar tijd 26 procent.
Geleidelijk afbouwen
Een geleidelijke, maar wel volledige afbouw van de hypotheekrenteaftrek heeft
de voorkeur van Boelhouwer. Om de mogelijke schommelingen op de woningmarkt
zo beperkt mogelijk te houden, zou hiervoor twintig tot dertig jaar moeten
worden uitgetrokken.
"Een ongesubsidieerde woningmarkt is veel beter voor de economie. Laat je
het verdwijnen van de hypotheekrenteaftrek via bijvoorbeeld een
belastingverlaging weer bij de mensen terugkomen, dan kunnen zij zelf
beslissen waaraan zij het geld uitgeven", motiveert de TU-onderzoeker.
Aanpassen van het stelsel
Directeur Taco van Hoek van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) meent
dat afschaffen van de hypotheekrenteaftrek leidt tot onwenselijk sterke
schommelingen op de woningmarkt. Bovendien is het volgens deze onderzoeker
slecht voor de nieuwbouwproductie. Hij pleit daarom voor een aanpassing van
de huidige regels.
Van Hoek stelt voor om de hypotheekrenteaftrek te handhaven, maar deze in de
loop van de tijd te verlagen. Huiseigenaren krijgen dan in de zware
beginjaren het maximale fiscale voordeel. En naar mate zij langer in de
woning zitten, wordt de aftrek steeds lager.
Bij verhuizing naar een betere woning of het afsluiten van een tweede
hypotheek voor een verbouwing, geldt ook voor de nieuwe lening bij aanvang
de maximale aftrek waarna deze in de loop van de tijd wordt afgebouwd.
"Breng je de hypotheekrenteaftrek onder in een annuïteit (aflossing van
de hypotheek waarbij de rente minder wordt en de aflossing groter, red.),
dan is dat veel minder slecht voor de mobiliteit op de woningmarkt dan bij
een volledige afschaffing. Bovendien levert ook deze variant een
kostenbesparing op. En er blijft een stimulans bestaan voor mensen om in de
eigen woning te investeren", licht Van Hoek zijn visie toe.
Huurmarkt aanpakken
Hoe de hypotheekrenteaftrek ook wordt veranderd, bijna alle betrokkenen
vinden dat tegelijkertijd de huurmarkt moet worden aangepakt. Zowel
belangenorganisaties als Vereniging Eigen Huis (VEH) als onderzoekers als
Van Hoek van het EIB zien er wel wat in.
De woningmarkt zit namelijk niet alleen vast als gevolg van de
hypotheekrenteaftrek. Op de huurmarkt zorgen subsidies in de vorm van
huurtoeslag en kunstmatig lage huren voor net zoveel verstoringen. Wil je de
woningmarkt in beweging krijgen, los van de noodzaak om te bezuinigen, dan
moet je dus iets aan beide problemen doen. Dus: beperking of geleidelijke
afschaffing van de hypotheekrenteaftrek én het liberaliseren van de
huurmarkt.
Verdeeld over ministeries
In theorie is de integrale aanpak de beste. Praktisch probleem is echter dat
het dossier van de woningmarkt over verschillende ministeries is verdeeld.
Het huurbeleid ligt bij het ministerie van Volksgezondheid Ruimtelijke
Ordening en Milieu (Vrom). En de hypotheekrenteaftrek valt onder het
ministerie van Financiën. Ministeries laten samenwerking is al niet
eenvoudig. Laat staan op zo’n gevoelig en complex dossier.
Los van de uitvoering is het formuleren van een integrale visie op de
woningmarkt voor politici tot op heden een vrijwel onmogelijke taak
gebleken. Want de woningmarkt is politiek verdeeld waarbij grofweg 'links'
de huurmarkt claimt en 'rechts' de koopmarkt.
Risico voor politici
Het formuleren van een visie die beide kampen verenigt is daarmee een
politiek risicovolle onderneming. Of vanuit het perspectief van de
politicus: slecht voor je carrière.
Maar wat voor compromis er uiteindelijk ook uit rolt, dat in 2010 gesleuteld
wordt aan de hypotheekrenteaftrek is bijna onvermijdelijk.
Lees ook:
hypotheekrenteaftrek
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl